Dag 5 - Van zuid naar noord Fuerteventura - Reisverslag uit Betancuría, Spanje van Anna Tour - WaarBenJij.nu Dag 5 - Van zuid naar noord Fuerteventura - Reisverslag uit Betancuría, Spanje van Anna Tour - WaarBenJij.nu

Dag 5 - Van zuid naar noord Fuerteventura

Door: Anna on Tour

Blijf op de hoogte en volg Anna

10 November 2014 | Spanje, Betancuría

Dag 5 – Maandag 10 november 2014 – Van zuid naar noord Fuerteventura

Gisterenavond was ik zo moe op mijn terugrit van Gran Tarrajal naar Costa Calma dat ik bijna vergat om de jeep nog bij te tanken. Als ik dan uiteindelijk een benzinestation gevonden had, kreeg ik de afsluitdop niet open. Een paar hulpvaardige Spanjaarden komen helpen zoeken maar veel meer dan de voorkant van de jeep kregen we niet open. Dan maar zo teruggereden naar het hotel waar ik de jeep moest terugbrengen. Maar ook de man van de autoverhuurmaatschappij vond de juiste hendel niet. Dan maar met mijn sleutel de klep opengeforceerd (is ook een manier…) en met mijn allerlaatste beetje energie teruggereden naar het tankstation en daar 15 euro bijgetankt. De benzina is hier veel minder duur dan in Sicilie, wat een verschil! Na de moeilijke start gisteren voor de offroad tocht, het misgelopen Womadfestival en de moeite bij het tanken, hoop ik dat vandaag mijn reisdag iets gemakkelijker verloopt.

Vandaag verlaat ik mijn super-de-luxe hotel aan het strand van Costa Calma en vertrek richting het noorden van Fuerteventura. Mijn einddoel is Corralejo maar uiteraard wil ik onderweg heel wat mooie plaatsen gaan bezoeken. Daarvoor heb ik me een auto gehuurd bij Orlando. Afspraak om 9 uur op wandelafstand van het hotel. Maar eerst nog even genieten van een uitgebreid ontbijt want vanaf nu zullen mijn volgende logies telkens simpeler worden. Dus gedaan met het overdreven smulfestijn, vanaf nu zelf mijn eten bijeen gaan zoeken. Volgens wat op de deur van het verhuurkantoor geschreven staat, zouden ze vanaf 8 uur open zijn. Maar alles lijkt me hier potdicht. Ach nee… mijn dag gaat toch weer niet zo beginnen als gisteren? Gelukkig om 9u15 komt de dame eraan, dus dat valt nog mee voor het zuiden, niet? Een auto huren gaat hier heel vlot. In 5 minuten sta ik met de sleutel al buiten op straat op zoek naar waar mijn autootje staat. In Catania duurt dat altijd minimum een uur voor alle documenten in orde zijn. Deze keer een gewone auto, geen jeep, dit om de prijs te drukken. Voor een jeep was het 69 euro, voor een auto 45 euro, dus die prijzen vallen ook wel mee. Ik vraag hen of het kan dat ik de auto niet terugbreng, maar ergens in Corralejo kan achterlaten. Dat kan mits een meerkost van 25 euro. Het is een Megane, weeral geen nieuwe zoals je meestal krijgt in andere landen. Weer eentje van 135000 km op de km-teller, net zoals gisteren.

Even wennen, maar al snel ben ik onderweg. Ik voer mijn plan van gisterenavond uit en keer terug naar de mooie rotskliffen van La Jared, die ik gisterenavond al bij zonsondergang heb kunnen bewonderen. De dame had me nogmaals eens benadrukt dat deze auto dus niet verzekerd is voor de off-roadwegen. Oeps ik ben nog maar 20 minuten onderweg als ik al ergens afsla en besef dat deze hobbelige zandweg niet op haar kaartje aangeduid staat! Nu op zo’n wegje rij je toch niet sneller dan 5 km per uur, dus ik zie me nog niet snel tegen een andere auto opbotsen, trouwens… andere auto’s kom ik hier zelfs niet tegen!

La Jared is bij ochtendlicht nu zelfs nog mooier dan gisterenavond. Ik zou hier gemakkelijk de hele dag kunnen blijven zitten turen naar hoe de enorm hoge golven tegen de rotswanden opbotsen. Wat verderop is er duidelijk een surfschool aan het werk en ligt de baai vol met surfplanken waar mannetjes hun best doen om rechtop te blijven staan in de aankomende hoge golven. Nee, ik moet verder anders geraak ik vanavond niet op tijd in Corralejo.

Ik zet mijn weg verder naar Pajara. De hele route door een prachtig berglandschap. Zoals overal op dit eiland, heel erg kaal landschap maar het desolate en uitgestrektheid ervan is het voor enorm aantrekkelijk. Bijna de ganse weg kom ik slechts enkele auto’s tegen en 3 moedige fietsers die de bergen en de wind trotseren. Telkens ik uitstap moet ik net als gisteren ervoor zorgen dat ik mijn deur goed vasthou, anders zou deze wel eens kunnen gaan vliegen.
Aangekomen in Pajara, ga ik er het plaatselijke mooie kerkje bezoeken. Ja, dit haast Afrikaans aandoende dorp heeft een interessante kerk: Iglesia de Virgen de la Regla (begin 18de eeuw). Het portaal is voorzien van opvallend beeldhouwwerk: sculpturen van zonnen, slangen, poema’s en vogels. Sommige experts zien in deze motieven Mexicaanse barok met invloed van de Azteken. Anderen beweren dat de motieven afkomstig zijn uit een Italiaans voorbeeldenboek.

Na deze tussenstop die voor mij toch wel noodzakelijk was om even mijn benen te strekken na de concentratie en het vele gekronkel op de wegen in de bergen, rij ik verder richting Betancuria. Net voor Betancuria ga ik nog eens een kerkje bezoeken in Vega de Rio Palmas. Ja langs een droge rivierbedding bereik je op 6 km van Betancuria dit gehucht in een palmenoase. De ‘ermita’ (kapel) zou uit het einde van de 17de eeuw zijn. De renaissancistische façade vormt een fraai geheel met het barokke klokkentorentje. Binnen, achter glas op het hoofdaltaar, bevindt zich het 23 cm hoge, albasten beeldje van Nuestra Senora de la Pena (Onze-Lieve-Vrouw van de Rots), de schutspatrones van het eiland). Het beeldje is afkomstig uit Frankrijk en werd oorspronkelijk aan de parochiekerk van Betancuria geschonken door Jean de Béthencourt. Tijdens een piratenaanval werd het beeldje in een rots bij Vega in veiligheid gebracht. Toen het, na het nodige gedoe, werd teruggevonden werd ter ere daarvan de kapel gebouwd. Een schilderij in het kerkje herinnert nog aan dat terugvinden. Het Mariabeeldje wordt tijdens de ‘romeria’ (bedevaart) in de 3de week van september naar Betancuria gedragen.

Ook bij aankomst in het oude Betancuria, ga ik eerst en vooral ook daar het kerkje bezoeken: de Iglesia de Santa Maria. Ja ja… ik ben in mijn katholieke dag vandaag, wie weet is dit wel de remedie om me te beschermen tegen allerlei moeilijkheden die mijn pad kunnen kruisen. En het helpt hoor, want tot nu toe vandaag geen problemen meer gehad. Betancuria is piepklein maar heel mooi. Prachtig verscholen in een vruchtbaar dal in het binnenland ligt Betancuria. Nu een pittoresk dorp met zo’n 600 inwoners, eens bisschopszetel en hoofdstad van de archipel. Betancuria werd tussen 1402 en 1405 gesticht door de Normandische edelman Jean de Béthencourt, aan wie de oudste stad van het eiland ook haar naam dankt.
De Iglesia de Santa Maria (1620), met de vierkante klokkentoren, bezit een beeld van Maria uit de 15de eeuw dat door Béthencourt werd meegebracht, en een houten Santa Catalina. Verder een mooi altaarretabel en een uit de 16de eeuw daterende vergulde monstrans. Het dak, in Moorse stijl, werd in 1645 gemaakt door Juan Gomez.
In de oude pastorie zit nu het Museo de Arte Sacro, met een verzameling religieuze kunst waaronder beelden, gouden en zilveren objecten en liturgische gewaden.
Betancuria heeft nog een museum, het Museo Insular, met 2 kanonnen aan weerszijden van de trap die naar de ingang leidt. De geschiedenis van Fuerteventura wordt daar verduidelijkt (vooral voor degenen die Spaans lezen, want andere uitleg is er niet) door een duik in de archeologie, paleontologie en etnologie van het eiland.
Bij Betancuria vind je ook de resten van een 15de-eeuws franciscanenklooster: Ruinas de Convento de San Buenaventura. Het werd in 1416 gebouwd door 7 franciscanen en was het eerste klooster op de Canarische Eilanden. Na piratenaanvallen werd het klooster wel opgebouwd en zelfs vergroot, maar een definitief einde kwam toen in 1836 alle Spaanse kloosters werden geseculariseerd.

Ja, Betancuria, de voormalige hoofdstad van Fuerteventura heeft een aantal historische gebouwen in het centrum. Zo is er een parochiekerk Santa Maria, een paar paleizen en oude burgerwoningen met prachtige lieflijke balkons. De Santa Maria kerk is open voor publiek en er worden zelfs rondleidingen gegeven. Vanaf het uitkijkpunt ‘Mirador de Morrovelosa’ heb je een uitmuntend uitzicht over het eiland. Zelf ga ik er een vers fruitsapje drinken vanop een lieflijk oogend terrasje met prachtig uitzicht vooraleer opnieuw verder mijn route aan te gaan.

Mijn volgende stop is in Jefia waar een ecomuseum te bezichtigen is. Ja, bij het dorpje Tefia, ten zuiden van Tindaya, strekt zich het bijzonder fotogenieke ecomuseum La Alcogida uit. Alcogida betekent ‘opname’ en verwijst naar de voormalige functie die de grond hier had: er werd regenwater verzameld.
Aan weerszijden van de doorgaande weg liggen 7 woningen die allemaal de traditionele architectuur van Fuerteventura representeren. De huisjes zijn stuk voor stuk punctueel gerestaureerd met gebruikmaking van het type bouwmateriaal waarmee ze ooit werden opgezet. Binnen en buiten zie je hoe en waarmee de boerenbevolking zich eertijds redde. In verschillende onderkomens maak je bovendien kennis met de kunstnijverheid van het eiland. In het bijkomende restaurant wordt – hoe kan het ook anders? – de tradionele keuken bereid.

Daarna wil ik ook nog doorrijden naar Tindaya daar ik zeker en vast het monument van Unamuno wil begroeten. Ik rij gans Tindaya af, een dorpje die er net zoals zovele andere dorpjes hier in het binnenland verlaten bijligt. Vele jongeren hebben de dorpen verlaten. Ondanks het feit dat ook dit dorp piepklein is, vind ik het standbeeld niet en niemand op straat waar ik het kan aanvragen. Misschien heb ik toch nog een kerk teweinig bezocht vandaag? Dan maar doorrijden naar La Olivia waar ik daar mijn 4de kerkje voor vandaag ga bezoeken. Daar raadpleeg ik ook even mijn reisgids en lees nu dat het monument van Unamuno niet in Tindaya zelf staat maar op de weg tussen Tefia en Tindaya ergens op een bergtop. Daar heb ik duidelijk naast gekeken! Natuurlijk als je alleen bent, ben je ook de enige om goed op de weg voor je te letten. Voor wie het ooit wel wil bezoeken: Het Monumento de Unamuno staat op de 294 m hoge Montana Quemada (Verbrande Berg), dicht bij Tindaya. Als je van Tindaya de weg naar Tefia inslaat, zie je rechts een track die erheen leidt. Het monument werd opgericht (1980) voor de Spaanse schrijver en wijsgeer Miguel de Unamuno. Deze plek werd gekozen, omdat de schrijver zelf ooit in een brief had geschreven dat hij op deze berg zou willen worden begraven. Kunstenaar Juan Borges Linares maakte de sculptuur.

Ik ben niet van plan om de weg naar Tefia terug te rijden, wel ga ik in La Olivia nog een kijkje nemen in de kerk en het huis van de kolonel. La Olivia, de grootste plaats in het noorden, is de voormalige hoofdstad van het oude hoofdeiland Majorata. Het ligt in een belangrijk landbouwgebied, met vooral tomaten- en uienteelt.
De parochiekerk van La Olivia, Nuestra Senora de Candelaria, is een van de grootste van het eiland. De robuuste klokkentoren is uit lavasteen gemaakt. Opvallend in dit drieschepige godshuis zijn het renaissanceportaal, het mudejar-plafond en een 18de eeuwse wandschildering van het Laatste Oordeel die op het eiland bekendstaat als een van de beste in zijn soort.
In La Olivia staat de bekende Casa de los Coroneles (kolonelshuis) uit de 18de eeuw. Dit is de voormalige zetel van de legerleiding en een van de oudste gebouwen van het eiland. Het is opgetrokken uit geelkleurig natuursteen. Het sobere, uit 2 verdiepingen bestaande gebouw ligt rondom een centrale patio, bezit 3 torens en 8 balkons aan de voorzijde. De hoofdingang is versierd met het familiewapen van de Cabrera’s, de eerste eigenaren. Aangenomen wordt dat Agustin Cabrera Bethencourt (1743-1828), de 5de kolonel van Fuerteventura, opdracht gaf aan architect Antonio Lorenzo de la Rocha om dit imposante geheel te construeren.
Het verhaal gaat dat het kolonelshuis net zo veel openingen heeft als er dagen in een jaar zijn (365). Toegegeven moet worden dat er inderdaad veel onverwachte hoeken en gaten in het huis zitten, maar dit overdreven aantal moet toch te maken hebben met een onbekende legende. Hoewel Casa de los Coroneles als historisch monument te boek staat, was het de laatste jaren sterk in verval geraakt maar er werd druk gerestaureerd.
Ik heb hier geen tijd meer voor, maar in La Olivia kun je ook een kijkje nemen in het Centro de Arte Canario en ook in Casa de la Silla dat uit 1819 dateert en nu een graanmuseum huisvest. Het productieproces word je er van a tot z uit de doeken gedaan.

Na de tussenstop in La Olivia, twijfel ik of ik nog even ga omrijden naar Il Cotillo. Maar ik wil ook nog genieten van de duinen in het Parque Natural van Corralejo, dus nee… ik rij beter direkt door naar mijn doel, want ik ben na het vele uren onderweg zijn erg toe aan wat verpozing in de duinen en het strand. Onderweg sla ik wel nog eerst eens af aan het strandje van Playa Tarajalito.
Ook hier uiteraard een zandweggetje… Het strandje ligt aan een oud vissersdorpje, ook hier enkel een paar kleine huisjes, een paar oude versleten caravans en vissersbootjes. En ook hier ben ik weer helemaal alleen, wat zalig toch dit eiland! Na een lekkere zonnepauze (de zon is tevens al de hele dag van de partij), rij ik naar Parque Holandès, die hier op slechts 2 km vandaan ligt. Parque Holandes is een vakantiepark met villa’s en bungalows dat werd gebouwd door de Nederlandse architect Pieter Riteco. Een ruim opgezet park met riante woningen en voorbeeldig aangelegde tuinen, een soort dependance van het Gooi. Op dezelfde hoogte wordt aan de kust nog een jachthaven gebouwd, maar ik vrees dat door de crisis hier niet veel van in huis gekomen is.

Ik ben toe aan een kleine snack, de plaatselijke kleine bar wordt uitgebaat door een koppel uit Luxemburg. Terwijl ik eet buiten op het terras in het zonnetje vertellen ze me een uur aan een stuk over hoe het leven hier is als buitenlander. Voor mij allemaal heel interessant om te aanhoren. Na de maaltijd mag ik zelfs even hun internet gebruiken zodanig dat ik het thuisfront kan raadplegen in verband met het barre stormweer in Sicilie. Thuis gelukkig alles goed met mijn concierge, mijn dieren en huis, dus kan ik weer verder trekken. De man van de bar geeft me nog een rondleiding in het bungalowpark van Parque Holandès.

Nu is het tijd om het duinenreservaat te bezoeken. Nog noordelijker dan Parque Holandes, onder Corralejo, liggen de prachtige brede zandstranden met fijn wit zand. Ten oosten daarvan ligt het schitterende duinengebied dat, samen met het eiland Los Lobos, sinds 1982 beschermd natuurgebied is: Parque Natural Dunas de Corralejo-Isla de Lobos. Er is in dit gebied sprake van ‘wandelende duinen’. Iedere dag zorgt de wind ervoor dat de duinen een paar centimeter oprukken. Regelmatig moeten er ‘sneeuwschuivers’ ingezet worden om de wegen schoon te houden; nieuwe wegen worden extra breed aangelegd. Om dit unieke, maar kwetsbare natuurgebied daadwerkelijk te beschermen, werd recentelijk besloten Corralejo niet verder uit te breiden met toeristencentra. Daarnaast zijn er plannen de hoofdweg te verleggen naar het binnenland wat ik persoonlijk geen slecht idee zou vinden. Ik vond het zelfs storend het idee dat die kustweg zomaar doormidden het natuurreservaat loopt. Eigenlijk schandalig naar mijn mening. Na een uurtje in de duinen en aan het strand doorgebracht te hebben, terwijl de surfers bewonderen met hun acrobatische stunten in de lucht, ga ik op zoek naar mijn hotel in Corralejo.

Op het eerste zicht valt het stadje zelf me wat tegen. Het is veel groter dan ik me voorgesteld had. Ja ik ben ondertussen al zo gewoon geworden aan dorpen van slechts enkele straten groot. Na een 15 tal minuutjes gezocht te hebben, vind ik dan toch heel gemakkelijk mijn hotel daar het bij de haven ligt, dus hoef ik alleen maar de borden met ‘Puerto’ te volgen. Mijn hotel is niet van zo’n grote klasse als mijn vorige, maar het valt allemaal wel mee. Aan de receptie zijn ze ook hier opnieuw erg vriendelijk en behulpzaam. En alhoewel ik enkel een standaardkamer betaald heb, is de receptionist zo lief om me voor dezelfde prijs een kamer te geven die uitkijkt op het zwembad zodanig dat ik geen lawaai kan horen van de straatzijde. Ook krijg ik een kamer met groot bed in plaats van eentje met 2-eenpersoonsbedden. Zou hij het doorhebben dat ik ’s nachts veel plaats nodig heb?

Deze keer is het een appartementje binnen een hotel, dat betekent dat ik mijn eigen keuken heb. Niet dat ik van plan heb dit veel te gebruiken… Ik ga liever de leuke gezellige restaurantjes verkennen. Het is nog niet donker en ik heb nog de autosleutels bij dus…. Ja dus… nog tijd om vlug een extra uitstapje te doen. Ik beslis om van hieruit naar El Cotillo te rijden, in een half uurtje sta ik er, en ook hier ben ik nog op tijd om de zonsondergang over de mooie rotsen aan de kustlijn mee te maken. Na een korte wandeling over de kliffen en in het kleine haventje, kies ik me een plaatsje uit op de eerste lijn van het terras waar ik verder naar de zee en de kliffen kan turen terwijl ik eet. Meer moet dit niet zijn!!! Of toch? En ja hoor… ze serveren me ook nog van die grandiose gamberoni’s, hmmmmmmmmmm overheerlijk.

Een beetje extra uitleg over El Cotillo:
Ten zuiden van Corralejo passeer ik eerst Lajares, een dorpje dat bekend staat om zijn borduur- en kantwerk. In de plaatselijke artesanias kun je niet alleen terecht voor mooie tafelkleden, maar ook voor bijvoorbeeld aardewerk.
Verder zie je hier nog 2, in het geheel niet op elkaar lijkende molens, waarmee nog niet heel lang geleden gofio werd gemalen. In het landschap duiken er trouwens ook taros op: deze ronde stenen gebouwtjes worden gebruikt om kaas in te laten rijpen en te bewaren.
Aan de noordwestkust, in het vissersdorp El Cotillo, prijkt een imposante, uit lavasteen opgetrokken vestingtoren uit de 18de eeuw. Het Castillo de Rico Roque moest bescherming bieden tegen aanvallen vanuit zee. Architect van de toren was Claudio de Lisle, die ook het bijna-evenbeeld bij Caleta de Fustes voor zijn rekening nam.
El Cotillo is nog niet, zoals Corralejo, veroverd door het toerisme. Maar de eerste voortekenen (hotels) zijn er. El Cotillo heeft er de juiste eigenschappen voor: een mooi wit dorpje met een schilderachtig haventje, een prima surfstrand in het zuiden (dat overigens wel allang is ontdekt, getuige de dikwijls aanwezige campers van surffanaten) en grond om op te bouwen. Twee Belgen maakten er hun droom waar: ze begonnen er een kajakschool.
Vanaf El Cotillo voert een 4 km lange piste langs de woeste klippenkust naar de vuurtoren Toston op de Punta de la Ballena. Ik heb geen tijd meer genoeg voor het donker wordt om die volledig te gaan bezoeken, maar een korte rit maakt me wel duidelijk hoe mooi het hier is.

Ook vanavond moet ik in het donker mijn weg terugvinden naar Corralejo. Aangekomen in het stadje vind ik niet terecht een benzinestation in de wirwar van straatjes. Ach ik heb de auto toch tot morgenochtend, dan zoek ik morgen bij daglicht wel naar een benzinestation. Want nu wil ik zo snel mogelijk gaan slapen, tijd om mijn reisverslag door te sturen zal ik weeral niet hebben. Maar het thuisfront kan wel even wachten… En morgen wil ik met de boot naar Los Lobos, het kleine eilandje die net voor Corralejo ligt.
Het was alvast opnieuw een mooie lange dag waarbij ik heel veel mooie plekjes gezien heb. Ik kan heel tevreden naar bed toe…

El Cotillo
De oude haven van het vissersdorp El Cotillo was vroeger zeer belangrijk als exporthaven van Fuerteventura. Tegenwoordig heeft het dorp twee havens, namelijk de oude en nu een nieuwe ‘Puerto Commercial’. Het deel van El Cotillo wat rondom de oude haven ligt ademt een gemoedelijke sfeer uit. De pittoreske straten langs de wit met blauwe huizen stralen een bepaalde rust uit. De nieuwe haven die in het zuiden ligt heeft een aantal heerlijke restaurantjes waar je natuurlijk de meest geweldige vis op het menu zult vinden.

Logies:
Hotel Dunas Club – El Pulpo 2 - Corralejo
http://www.dunasclub-fuerteventura.com/
Pprijs: 105 euro voor 2 nachten in 2-persoonskamer, keuken inbegrepen in het hotelappartemen

  • 11 November 2014 - 21:51

    Corina:

    geniet maar lekker van je reis! Hier vanavond weer wind en regen....

  • 11 November 2014 - 22:00

    Anna On Tour:

    Ja Corina, ik heb zonet mijn huisoppasser gehoord en hij vertelde me dat het zo sterk waait en hard regent dat zelfs mijn hond Sarko en mijn 2 katten niet naar buiten willen gaan om hun avondplasje te doen !

  • 12 November 2014 - 07:20

    Rudy:

    'k geniet bij het lezen van je mooie reisverslagen !!!!

  • 12 November 2014 - 09:19

    Anna On Tour:

    Dank je wel Rudy, ik ben blij dat je kan meegenieten met de reis. Mag ik je vragen om misschien ook de eerste letter van je familienaam te vermelden want ik heb hier geen flauw idee wie Rudy is. Ik ben namelijk zeker 7 vrienden met de naam Rudy...

  • 12 November 2014 - 21:37

    Vulkaanminnaar:

    Alweer een eivolle dag. Mooi om te lezen, zo reis ik ook een beetje mee.

Tags: Anna on Tour

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Spanje, Betancuría

Eilandhoppen op de Canarische archipel

'Het zonnetje in de winter !', dat is het eerste wat bij je opkomt als je denkt aan de Canarische eilanden.

Nee, de Canarische eilanden zijn niet alleen voor discominnende zonaanbidders. Dat wordt nog altijd door velen gedacht, maar er is écht veel meer dan zand, zee en zonnebrandcrème. Kom gewoon eens overeind uit je ligstoel op het strand of aan de zwembadrand. En verken de eilanden bijvoorbeeld per huurauto. Dan zul je allereerst versteld staan van de enorme landschappelijke variatie.

Het landschap op al deze vulkanische eilanden is spectaculair: van lichtgroene, beboste valleien tot verschroeide, nog immer rokende maanlandschappen, van smalle ravijnen tot sneeuwtoppen en woestijnachtige zandduinen. Vier van de tien Spaanse nationale parken bevinden zich op deze relatief kleine archipel, hetgeen aangeeft dat de natuur hier niet altijd ondergeschikt is aan het toerisme.

Culturele, historische en etnische bezienswaardigheden zijn er niet veel, maar er is meer dan genoeg om een verblijf van een 4 tal weken mee door te komen.

In een flauwe bocht ligt de archipel van de Canarische Eilanden in de Atlantische Oceaan, ten westen van Marokko en de Sahara. De 7 grootste eilanden zijn bevolkt met in totaal meer dan 1,6 miljoen mensen. De warme winden uit de Sahara bezorgen de eilanden het hele jaar door een warm klimaat, met temperaturen van gemiddeld 18°C in de winter en 24°C in de zomer. Deze 7 eilanden wil ik verkennen! Here I come... La Palma, El Hierro, La Gomera, Tenerife, Gran Canaria, Fuerteventura, Lanzarote !!!!!

Recente Reisverslagen:

18 November 2014

Dag 13 - Jardin de Cactus en een 3de slaapdivan !

17 November 2014

Dag 12 - De vuurbergen van Timanfaya

16 November 2014

Dag 11 - Marktdag in Teguise

15 November 2014

Dag 10 - 2de ziektedag te Playa Quemada

14 November 2014

Dag 9 - Uitrusten in Playa Quemada
Anna

Altijd klaar voor een nieuw reisavontuur !

Actief sinds 18 Jan. 2013
Verslag gelezen: 1355
Totaal aantal bezoekers 95782

Voorgaande reizen:

06 November 2014 - 03 December 2014

Eilandhoppen op de Canarische archipel

04 Maart 2014 - 26 Maart 2014

'Pura Vida' in Costa Rica

18 Maart 2013 - 12 April 2013

Incredible India

19 Januari 2013 - 10 Februari 2013

Op safari doorheen de parel van Afrika... Uganda

01 Januari 2013 - 02 Januari 2013

Anna on Tour... een extra woordje uitleg...

Landen bezocht: