Dag 20 - Corcovado Nationaal Park
Door: Anna on Tour
Blijf op de hoogte en volg Anna
22 Maart 2014 | Costa Rica, Puerto Jiménez
Ondanks het krachtige geluid van de golven van de Pacific Oceaan, heb ik toch een goeie nachtrust gehad. Om 6 uur ga ik reeds ontbijten, want om 6u30 vertrekt de gids voor een wandeling van 5 uren door het Nationaal Park van Corcovado. Vroeger kon je na betaling van je ingangsticket van 10 dollar hier op je eentje gaan wandelen, vermits je de regels toepastte en vooral de paadjes bleef volgen. Maar al verschillende keren is het voorgevallen dat toeristen zich niet aan de regels houden. Zo ook vorig jaar, toen een 4 tal Spanjaarden eventjes van het pad afweken daar ze een tapir gezien hadden en die even wilden volgen om foto’s te nemen. Al waren ze volgens eigen zeggen maar een 20 tal meter van het pad afgegaan, erna waren ze totaal hun oriëntatie kwijtgespeeld en zijn ze waarschijnlijk totaal de verkeerde richting uitgelopen. Van een pad was geen sprake meer. Toen men ’s avonds in de lodge merkten dat deze toeristen niet teruggekeerd waren, waren ze genoodzaakt ze met lokale gidsen te gaan zoeken, wat geen evidentie is in zo’n enorm groot park. En als mens blijf je toch beter geen nacht achter in de jungle zeker als je bedenkt hoeveel giftige slangen er hier zitten, maar er lopen hier ook poema’s en jaguars rond. Een beestje dat je toch beter niet tegen komt, want die zou je kunnen aanvallen. Vandaar dus dat men nu de regels verstrengd heeft, en men kan het Corcovado reservaat enkel nog met gids bezoeken. Je betaalt voor een gids 40 dollar, dus samen met de 10 dollar entree, komt deze excursie op 50 dollar.
Ik had gisterenavond al gereserveerd voor deze trip doorheen het tropisch regenwoud. Maar alleen al het stukje lopen van aan mijn lodge tot aan het restaurant, doet me beseffen dat ik eigenlijk totaal nog geen krachten heb in mijn benen. Tijdens het ontbijt trillen ook mijn handen. Ola, dat ziet er niet goed uit voor de excursie! Ik ga toch even bij de gids informeren of de tocht wel volledig in de schaduw van de bomen doorgaat, want opnieuw door de zon lopen zou voor mij moordend zijn. Hij bevestigt dat we tussen de bomen zullen blijven en dat het pad volledig plat is, dus geen klimmen & dalen, maar hij raadt me aan om de tocht niet mee te doen als ik voel dat mijn lichaam nog niet volledig opnieuw fit is, want hij verzekert me dat het snikheet zal zijn en deze tocht dus echt wel heel lastig zal zijn. Hij raadt me aan om eventueel een kortere tocht te maken rondom de lodge. Ik zie al snel in dat ik deze raad best opvolg en ondanks het feit dat ik deze tocht zo graag had meegemaakt in de hoop van wilde zwijntjes, veel slangen en tapirs te zien, blijf ik toch wijselijk zitten aan de ontbijttafel. Maar ook de andere reizigers hier denken er hetzelfde over. Slechts 1 belg ziet het zitten om bij deze enorme hitte de wandeltocht met gids te starten. We wensen hem veel moed toe maar zelf blijven we op ons lui gat achter aan de lodge. Zelf hoop ik om toch nog een tapir te kunnen zien, wat soms, als je veel geluk hebt, kun je er eentje over het strand zien lopen want ze gaan soms drinken aan de zee. Het gebeurt zelfs soms ook dat er een poema op het strand gezien wordt, maar meestal heb je meer kans in de vroege ochtend of bij avondschemering.
Deze voormiddag hou ik het dan ook relaxed. Turend over de zee, zit ik de hele ochtend te kletsen met Sabrina, de half Italiaans-Zwitserse vrouw die ik gisteren aan het avondmaal heb leren kennen. Zij woont in Zwitserland niet zo ver van bij me vandaag, namelijk in Zurich, en ze vertelt me dan ook over de vele interessante plekjes daar. Wanneer zij en haar reispartner Roy (ook uit Zurich) op het middaguur vertrekken richting San José, is het moeilijk afscheid nemen. We hadden graag nog wat verder gekletst. Hoe leuk zo’n onverwachte vluchtige ontmoetingen soms kunnen zijn! Bij het afscheid nemen, beloven we elkaar zeker eens af te spreken in Zurich of in Zug. Benieuwd of dit later ook zal gebeuren, maar van mijn kant zijn de intenties er zeker en vast.
Tijdens het middagmaal, maak ik alweer kennis met 5 andere toeristen, deze keer uit Amerika. Ja zo gaat dat op reis, eigenlijk ben je nooit echt helemaal alleen, je ontmoet altijd wel andere interessante reizigers. Na het eten, zet ik mezelf er toch toe aan om eindelijk eens een wandelingetje te maken in dit toch wel uitzonderlijke paradijselijke plaats. Ver kom ik niet, want nog steeds is het snikheet. Maar het moet niet altijd ver zijn, om ervan te genieten. Ondertussen is de belg ook teruggekeerd van de 5 uur durende ochtendwandeling. Hij ziet er echt wel afgemat uit en zijn ogen zijn volledig rood. En blijkt tot overmaat van ramp dat hij maar heel weinig dieren heeft gezien. Volgens de gids is het zo uitzonderlijk warm, dat het zelfs voor de dieren te warm is en dat ze daarom verkiezen om dieper het regenwoud in te trekken. Andere wandelaars hadden wel een tapir gezien, maar hij spijtig genoeg niet. Ja… op zo’n tocht moet je natuurlijk altijd een beetje geluk hebben. We zijn hier niet in een zoo waar alles tentoongesteld wordt.
Normaal gezien heb ik met Denis, de chauffeur van de taxi-jeep afgesproken om morgen om 7 uur terug aan de Carate staandplaats aan te komen, dat betekent hier dus om 6u30 vertrekken, direkt na het ontbijt. De valies zou dan op de kar vervoerd worden, getrokken door het paard. Maar in de namiddag komt de eigenaar van de La Leona Lodge vertellen dat het morgenochtend vroeg hoog tij zal zijn, dus kan de paard & kar dan het strand niet over. Er zit dus niets anders op dan reeds nu al de valies met de laatste kartrektocht mee te geven. Ik ga razendsnel mijn valies maken en hou enkel het hoogstnoodzakelijke in een rugzakje hier bij me. Dat betekent mijn 2 fototoestellen, reiscomputer, geld & paspoort, water. Veel plaats heb ik niet over om ook nog mijn medicijnen hier achter te laten. Ik gok op het minimum, want alles wat ik hier hou, moet ik morgen op eigen krachten kunnen dragen op mijn rug. De tocht terug, onder de blakende zon, zal alweer lastig genoeg voor me zijn. Laat staan als je dan ook nog eens voor muilezel moet spelen. Nu maar hopen dat ze deze nacht goed voor mijn valies zullen oppassen en ik morgen alles in zijn geheel terug kan ophalen.
Extra info – Parque Nacional Corcovado
Gelegen op zo’n 40 km ten zuidwesten van Puerto Jiménez. Dit 425 km² grote park, dat als het kroonjuweel van de vochtige tropische gebieden wordt beschouwd, werd in 1975 geschapen om het grootste aan de Grote Oceaan gelegen regenwoud in Amerika te behouden, en 52 km² aan leefgebied in zee. Corcovado (wat ‘gebochelde’ betekent) omvat acht afzonderlijke habitats, waaronder moerassen en montaan woud. Het gebied kent een neerslag van zo’n 400 cm per jaar, met stortbuien van april tot december.
De fauna behoort tot de meest gevariëerde in Costa Rica. Het park heeft meer dan 400 vogelsoorten, waaronder de bedreigde harpij, en de grootste geelvleugelarapopulatie van Midden-Amerika; vogelliefhebbers kunnen er hun hart ophalen. Jaguars en tapirs zijn er vaker te zien dan in enig ander park in het land. De beide soorten zijn vaak op de stranden te zien, met name rond de schemering.
Corcovado staat bekend om zijn grote groepen pekari’s – dreigende wilde zwijnen die vermeden moeten worden. De bedreigde titi (doodshoofdaapje) is hier ook te vinden. Er zijn meer dan 115 soorten amfibieën en reptielen. Pijlgifkikkers met hun kakelbonte uiterlijk zijn gemakkelijk waar te nemen, maar de schuwe lichtgroene roodoogmahikikker en Fleischmanss glaskikker zijn moeilijker waar te nemen. De gelukkigen kunnen zeeschildpadden aan land zien kruipen om eieren te leggen. Helaas kent het park personeelstekort en de fauna wordt door stropers bedreigd.
Hoewel er hotels en georganiseerde tochten voorhanden zijn, is het park het meest geschikt voor wandelaars, die van ruige avonturen houden.
Er zijn vier officiële ingangen en parkwachterskantoren. San Pedrillo, in het westen, kan worden bereikt via een pad uit de Bahia Drake. Los Patos, in het oosten, kan worden bereikt vanuit La Palma, 19 km ten noordwesten van Puerto Jiménez. La Leona, in het zuiden, ligt 1,6 km ten westen van de landingsbaan bij Carate, een dorpje dat 40 km ten westen van Puerto Jiménez ligt; daarna moeten bezoekers te voet of te paard verder. Sirena, de belangrijkste parkwachtersbasis, ligt 16 km ten noordwesten van La Leona en 26 km ten zuidoosten van San Pedrillo. De bases zijn met elkaar verbonden via slecht bewegwijzerde paden; het is verstandig om een gids te huren.
Het aan de kust gelegen San Pedrillo-La Leona-pad loopt langs de indrukwekkende 30 m hoge Cascada La Llorona. Wees bereid om op deze twee dagen durende tocht door rivieren met krokodillen te waden. Het noordelijkste deel van het pad is alleen geopend van december tot april.
Het San Pedrillo-Los Patos-pad leidt naar Laguna Corcovado, waar regelmatig tapirs en jaguars zijn te zien. Er is geen regelmatige luchtverbinding naar de landingsbanen bij het park, maar chartermaatschappijen bieden luchttaxi’s aan. Interessante attracties nabij het Parque Nacional Corcovado zijn het 43 hectare grote Humedal Lacustrino Laguna Pejeperrito, 3 km ten oosten van Carate, en het 350 hectare grote Refugio Nacional de Vida Silvestre Pejeperro, 4 km verder oostwaarts. Deze wetlands worden weinig bezocht, maar men kan er goed vogels en krokodillen observeren.
Logies: La Leona Lodge te Corcovado
http://www.laleonaecolodge.com/
Prachtige luxe-lodge-tenten met privé badkamer. Gelegen op het strand, onder de palmbomen. Op slechts 300 meter van de ingang van het Corcovado nationaal park. Geen elektriciteit & internet. Wel staan kaarsen klaar in de tent, dus zorg best dat je een aansteker bij je hebt. En natuurlijk je nachtlamp steeds bij je hebben.
-
25 Maart 2014 - 21:41
Vulkaanminnaar:
Goed dat je het rustig houdt en je lichaam de kans geeft om te recupereren. Ik heb toch genoten van de extra informatie ! Albast goeie thuiskomst gewenst, want dit begint nu toch wel dichtbij te komen !
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley